Voorbeelden

Eerste alinea

Blog Mildred Pijnenborg

Mildred Pijnenborg (1974) werkte tot 1 maart 2017 bij Stichting Havensteder in Rotterdam. Als manager gebiedsontwikkeling voerde zij vanaf medio 2012 de regie over de verbeteraanpak in Vreewijk. In dit monumentale tuindorp worden ruim 1.300 woningen verbeterd. Voor Monumentenregie hield zij hierover een blog bij. Nu werkt zij bij Brink Management / Advies, en houdt zich ook daar bezig met vastgoed met een cultuurhistorische waarde.

Factsheet Vreewijk (PDF)

Zie ook:

Update Vreewijk

Vorige week fietste ik weer eens door Vreewijk en het deed mij goed om te zien hoe de wijk er bij staat. De woningen in de Valkeniersbuurt stralen weer. De cultuurhistorische waarden zijn op een fantastische manier hersteld. Niet alle gewenste restauratieve ingrepen bleken uitvoerbaar. Zo zijn bijvoorbeeld de kozijnen niet vervangen, maar wel in de originele kleurstelling geschilderd. De gewenste samenhang tussen de woningen is weer aanwezig en het straatbeeld is veel rustiger geworden. De aanpak van de buitenruimten en het openbare groen maakt het beeld compleet.

Terugkijkend op de afgelopen jaren realiseer ik mij hoeveel energie Havensteder en de bewoners, in dit project hebben gestopt. We hebben intensief overleg gehad met de bewonersorganisaties en persoonlijke gesprekken, met de vaak kritische bewoners gevoerd. Het resultaat was dat we de onzekerheid en de weerstand tegen de voorgenomen verbeteraanpak weg hebben kunnen nemen. Ik vond het mooi om terug te horen dat de bewoners de overlast achteraf vonden meevallen en erg blij zijn met hun verbeterde woning.

Mijn oud-collega’s gaan nu verder met de volgende buurt, de ‘Linker Halve Vlieger’. Ook dit is vanuit het oogpunt van cultuurhistorie weer een bijzondere buurt. De woningen zijn in de vorige decennia minder ingrijpend aangepast. Daarnaast kent dit stukje Vreewijk een groot aantal bijzondere panden, zoals een winkelpand op een straathoek, of een woning met een knik. Opnieuw een interessante opgave met zijn eigen uitdagingen.

Als ik terugblik op de afgelopen jaren zie ik natuurlijk enkele teleurstellingen. Zo was het onmogelijk om binnen de monumentale wijk nieuwbouw te realiseren, terwijl dat in sommige gevallen echt een betere oplossing is. Maar ik zie ook veel mooie successen. Hoe een lastige start met de bewoners uiteindelijk heeft kunnen leiden tot een mooi, intensief samenwerkingsproject met alle betrokken partijen. Ik heb ook ervaren voor welke dilemma’s je komt te staan wanneer je woningen met grote cultuurhistorische waarden gereed wilt maken voor toekomstig gebruik. Om uit die combinatie van verleden en toekomst het maximale te halen, is een uitdagende opgave.

Binnen Brink Management / Advies ga ik daarmee verder, want ook daar houd ik mij bezig met cultuurhistorisch vastgoed en de kansen en mogelijkheden die het voor de toekomstige gebruikers biedt.
Benieuwd hoe het met Vreewijk gaat? Kijk dan eens op www.vreewijkverder.nl.

Hartelijk groet,
Mildred, juli 2017

Goed nieuws!

In mijn vorige blog gaf ik aan ik dat het herstel van Vreewijk van Havensteder meer dan gemiddelde investeringen vraagt. ‘De bereidheid van partijen, waaronder Rijk en gemeente Rotterdam, is groot om mee te denken in oplossingen’, kon ik toen gelukkig al melden. Om te eindigen met ‘de grote vraag is of zij extra willen bijdragen aan de cultuurhistorische verbetering van Vreewijk.’
Die vraag kan ik nu positief beantwoorden!
Er was een echte zoektocht voor nodig, om in ieder geval voor een deel van de extra kosten dekking te vinden. Maar door de mogelijkheden die binnen de samenwerking van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid zijn ontstaan, is die dekking gevonden. Voor ongeveer de helft van wat wij nodig hebben. Wat in ieder geval het mogelijk maakt dat wij door kunnen met de gewenste verbeteringen van deze honderd jaar oude wijk.
Dankzij verruiming en verlenging van de heffingskorting krijgen wij de beschikking over een extra bijdrage van circa 13,2 miljoen euro voor het verbeterprogramma Vreewijk. We hebben voor de 1200 woningen eigenlijk 22.000 euro per woning nodig, maar met dit bedrag kunnen we voorlopig vooruit. In de overeenkomst met de gemeente en het Rijk is ook opnieuw vastgelegd dat de gemeente zich blijft bekommeren om de buitenruimte, zodat de niet alleen de woningen maar ook de woonomgeving verbetert.

Dit betekent ook dat wij de bewoners op een aantal belangrijke, voor de wijk gezichtsbepalende onderdelen tegemoet kunnen komen. En niet alleen de bewoners, ook allen die waarden hechten aan het behoud van de cultuurhistorie van deze wijk. We kunnen namelijk de bergingen vervangen in de gewenste stijl. En dat geldt ook voor de dakpannen in de oorspronkelijke stijl. Ook deze kunnen wij, zoals we in de pilot al deden, vernieuwen op een wijze die recht doet aan het authentieke straatbeeld. Helaas geldt dat niet voor de vervanging van de kozijnen. Het nieuwe dubbelglas dat we gaan aanbrengen zal geplaatst worden in de oude kozijnen.
De reactie van de huurdersvereniging en de bewonersorganisatie is in ieder geval heel positief. We verwachten ook dat de bewoners positief zullen zijn. Het verbetervoorstel dat al klaar lag, vullen we nu aan met extra maatregelen. Na de zomer leggen we het ter goedkeuring voor aan de bewoners van de eerste volgende straten. In totaal 152 woningen.

Het honderd jaar bestaan van Vreewijk dit jaar heeft ook tot allerlei leuke andere activiteiten en initiatieven geleid. Zo was er onlangs een boeiend symposium, waarvan binnenkort de lezingen en een nog te publiceren essay online komen. Ik zal een link doorgeven. Een ander mooie verrijking van de wijk is geleverd in de vorm van een waterpomp, die geheel herbouwd is op basis van foto’s van de oorspronkelijke, helaas verdwenen versie. Supervisor Joris Molenaar heeft samen met Dura Vermeer Heijma Bouw een reconstructie kunnen maken, die ook nog eens water oppompt.

Eind dit jaar zijn we klaar met de renovatie van de woningen aan de Weimansweg en starten we met de werkzaamheden in de van de volgende straten. Tegelijkertijd starten we met onderzoek naar de aanpak van de volgende buurten. Ik blijf u uiteraard op de hoogte houden.


Een stuk verder

Het bijhouden van mijn blog heeft helaas even stilgelegen, maar dat geldt niet voor de voortgang van de renovatie van het Rotterdamse tuindorp Vreewijk.

Eerste opleveringen
Eind vorig jaar zijn de eerste 43 woningen aan het Reigerpad opgeleverd en met de 60 woningen aan de Weimansweg zijn we nu bezig. Ik verwacht dat voor de zomer alle woningen weer door de bewoners kunnen worden betrokken. Het werk aan de woningen is bijzonder intensief. Enerzijds zijn er toch veel tegenvallers, ondanks al het vooronderzoek en de renovatie van de vier modelwoningen. Zo blijken er veel meer verschillen tussen de huizen onderling te zijn, bijvoorbeeld in constructief opzicht. Anderzijds steken we veel tijd in de sociale kant van het proces. Het begeleiden van de bewoners naar hun tijdelijke huisvesting en weer terug naar hun gerenoveerde woning. Er is voortdurend iemand in de wijk aanwezig, die een spil vormt tussen de bewoners en alle ketenpartners. Sommige bewoners bezoeken regelmatig hun eigen woning en lopen met een bouwhelm op over de bouwplaats, anderen zie je zes maanden niet. Op de site http://vreewijkverder.nl/ is een film te zien, ‘Geen Concessies’, over de participatie in de planteams.

Cultuurhistorische evaluatie
Nu we zover zijn gekomen, is het goed de aanpak te evalueren op de cultuurhistorische waarden. Dat hebben we samen met de supervisor Joris Molenaar, het gemeentelijk bureau Monumenten, de gemeentelijke dienst Stadsontwikkeling en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gedaan, en met gepaste trots kan ik melden dat we een 10- hebben gescoord! Zo is vastgesteld dat het herstel van de goothoogte en de continuïteit van de gootlijn – algemeen als drager van het straatbeeld gezien – een heel grote verbetering voor de samenhang heeft gegeven. De dakvlakken zijn veel rustiger geworden, door bundeling van installaties en door rustige ritmiek van dakramen en dakkapellen. Dat heeft geleid tot een goed evenwicht van oud en nieuw. En de evaluatie wijst uit dat het goed is dat er is ingezet op het totaal van de wijk, dus geen onderscheid tussen monumenten en niet-monumenten. De balans is daarmee getroffen: materiaal- kleurstelling en rust van het daklandschap zijn daarbij essentieel.
Ook over de cultuurhistorische aanpak is een film te vinden op de site http://vreewijkverder.nl/: ‘De prijs van succes’.

Financiële impact
In mijn laatste blog stelde ik al de vraag: ‘Kan het op deze manier voor de gehele wijk worden uitgerold, of moeten we het kader financieel toch aanscherpen? Havensteder heeft altijd gesteld: renovatie, tenzij. Technisch lijkt het mogelijk, nu moet blijken of het ook financieel mogelijk blijft. Welke rijksbijdragen bijvoorbeeld blijven nog bestaan?’ Nu we een jaar verder zijn is die vraag nog meer aan te scherpen. Havensteder stelt, mede door de recente maatschappelijke ontwikkelingen, nu dat de renovatie vrijwel geheel op eigen financiële kracht moet kunnen plaatsvinden. Er worden geen leningen voor afgesloten, en op bijdragen van het Rijk en de gemeente wordt (helaas) miniem gerekend. Dat maakt de kans groot dat er een breuk gaat ontstaan tussen de voorgestelde aanpak tijdens de pilotperiode, en de uitrol over de verdere wijk. Om dat gevaar te bezweren ‘pellen’ we als het ware de kosten af, tegen het licht van de cultuurhistorische waarden. De basis ingreep omvat groot onderhoud voor 25 jaar met een verbetering naar een A label. Als er extra financiële middelen beschikbaar komen worden deze ingezet voor de verbetering van de cultuurhistorie.

Bij het afpellen van de kosten hanteren we de volgende prioriteitstelling:

  1. we streven naar het versterken van de groenstructuur en de inrichting van de openbare ruimte conform het Masterplan buitenruimte;
  2. we willen het daklandschap versterken, met inbegrip van dakkapellen en dakdoorvoeren overeenkomstig het Beeld Kwaliteit Plan (BKP) en
  3. we herstellen kozijnen en de gevels, eveneens overeenkomstig het BKP.

Al met al maakt dat het herstel van Vreewijk van Havensteder meer dan gemiddelde investeringen vraagt, maar we staan ook echt voor deze historische woonwijk, die dit jaar zijn honderd jaar bestaan viert. De bereidheid van partijen, waaronder Rijk en gemeente Rotterdam, is groot om mee te denken in oplossingen. De grote vraag is of zij extra willen bijdragen aan de cultuurhistorische verbetering van Vreewijk.

Wordt vervolgd.


Grote stappen voorwaarts

Met het renoveren van vier modelwoningen en een inmiddels gehouden kleurenonderzoek hebben we weer enkele grote stappen voorwaarts gemaakt. De modelwoningen maken voor de bewoners van Tuindorp Vreewijk goed zichtbaar hoe hun woning er in de toekomst uit kan gaan zien. Dat is voor hen belangrijk, zíen hoe het gaat worden. Met die informatie kunnen bewoners daarna – hopen we – ‘ja’ zeggen tegen de renovatie van hun woning. Zeventig procent van de bewoners van de eerste projecten moet akkoord gaan met ons renovatievoorstel, voordat we kunnen starten.
Deze 1 : 1 woningen zijn echter ook interessant voor bijvoorbeeld de commissie Welstand en Monumenten. Moeten zij doorgaans bouw of verbouwplannen beoordelen op basis van tekeningen, 3 D animaties of maquettes, nu konden zij hun advisering op een werkelijk beeld baseren. Een advies dat overigens heel positief uitviel. Ook de Rijksdienst voor het Cultureel heeft de woningen bezocht, en toonde zich heel tevreden.

Ondertussen heeft Lisette Kappers een kleurhistorisch onderzoek in de wijk verricht. Voor ons een nieuw fenomeen. Zij heeft van verschillende typen woningen de oorspronkelijke kleuren proberen vast te stellen. Eén van die woningen is een zogenoemde ‘weigerwoning’. Zo omschreven omdat tot op heden daar alle vernieuwingen door de bewoners zijn tegengehouden. Dat is nu een ‘meevaller’, want daar is nu heel goed de oorspronkelijke kleurensamenstelling terug te vinden. Lisette Kappers heeft met een scalpelmesje laag voor laag verf weggekrabd, verdeeld over verschillende vakjes, waardoor een kleurladder is ontstaan. Die ladder laat alle lagen verf zien, vanaf de eerste grondlaag tot de laatste overschildering. Daaruit kwam een bepaalde kleur bruin op de kozijnen en een felgroene kleur op de deuren tevoorschijn. De exacte oorspronkelijke kleur is niet bepaald maar wel een palet waarbinnen deze heeft gezeten. In de modelwoningen is de kleur voor de kozijnen toegepast. De bewoners ervaren deze kleur als te donker. De commissie Welstand en Monumenten heeft ons de ruimte gegeven om een kleur te kiezen binnen het palet; afgestemd op het metselwerk, het voegwerk en de dakpannen. Dat biedt de mogelijkheid een iets lichter bruin te hanteren.
Overigens gaf de commissie Welstand en Monumenten ons op een ander terrein een meer dwingend advies mee, over de roedeverdeling in de ramen. Aan de straatzijde vindt zij die verdeling een zeer bepalende rol spelen in het straatbeeld. Het is namelijk een beeld dat heel sterk horizontaal geleed is, in combinatie met dakgoten en dakranden. Wij volgen hierin het advies van Welstand en passen de roedes toe.

Al dit soort onderwerpen bespreken wij steeds met een afvaardiging van de bewoners. Hoe dat overleg verloopt, dat gaan we begin oktober evalueren. In mijn volgende blog ga ik daar op in.
Tot slot nog een tip: ga naar http://www.rijnmond.nl/nieuws/29-07-2014/deel-tuindorp-vreewijk-rijksmonument om de reportage over de aanwijzing van Vreewijk tot rijksmonument te beluisteren.


Monumentenstatus voor 271 woningen in Vreewijk

Aan de slag met het beeldkwaliteitsplan

Voor 271 woningen in Vreewijk is de monumentenstatus afgegeven. Voor de Valkeniersbuurt is het beeldkwaliteitsplan opgesteld. We kunnen dus een paar grote stappen voorwaarts zetten.

Na twee en een half jaar studie en overleg heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) nu niet alleen 271 woningen in Vreewijk zelf aangewezen als rijksmonument, maar ook en vooral hun samenhang en hun omgeving. Ik ben daar erg blij mee. Zo hebben de voortuinen en de heggen zoveel karakteristieke waarden dat zij onderdeel vormen van de aanwijzing. De RCE schrijft onder meer dat ‘ondanks soms ingrijpende renovatie en nieuwbouw van woningen en veranderingen aan het straatprofiel en beplantingen, […] het ruimtelijk karakter geheel bewaard [is] gebleven’. De RCE spreekt in haar aanwijzing over ‘blokken […] die goed bewaard gebleven voorbeelden [zijn] van de gevarieerde, sobere maar zorgvuldig gedetailleerde bebouwing in Vreewijk, en [die] bovendien van belang [zijn] vanwege de cultuurhistorische waarde als toonbeeld voor het pionierskarakter van de wijk op het gebied van Volkshuisvesting’. Daarom kijken we voor de renovatie niet alleen naar de afzonderlijke woningen, maar beoordelen we de mogelijkheden juist in hun totale samenhang.

Die benadering zie je ook terugkomen in het beeldkwaliteitsplan dat, als eerste, voor de Valkeniersbuurt is opgesteld door Anneke Nauta (de buitenruimte) en Joris Molenaar (de architectuur en cultuurhistorische waarde). Met dit beeldkwaliteitsplan kunnen wij het gat dichten dat er lag tussen het verbeterprogramma voor Vreewijk,de eerste cultuurhistorische verkenning van De Nijl Architecten en de daadwerkelijke aanpak in de eerste pilotprojecten. Voor het beeldkwaliteitsplan is de insteek: ‘Naar een sterk woon- en leefcomfort voor het Vreewijk van nu en morgen, met gebruikmaking en versterking van de beeldrijkdom van eergisteren. Hierin wordt de compositie van de buurt als geheel versterkt en is de toekomstwaarde leidend.’

Oud in nieuw behouden

Een goed voorbeeld van de manier waarop we het gat willen dichten, waarop we de cultuurhistorie willen ‘vertalen’ naar hedendaags wooncomfort, vormen de dakkapellen. Veel daarvan zijn in de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw vergroot, of nieuw geplaatst en domineren de daken die daardoor hun karakteristieke vormentaal hebben verloren. In het verbeterprogramma werd voorgesteld om deze dakkapellen terug te brengen naar de oorspronkelijke, kleine dakkapellen uit de jaren ‘20. Daar waren de bewoners niet gelukkig mee. Zij voorzagen een teruggang in woonruimte en wooncomfort. Onder meer in nauw overleg met de RCE en de Commissie Welstand en Monumentenzorg zochten we daarom naar mogelijkheden om de huidige dakkapellen te behouden, maar met een uitstraling die herinnert aan de oorspronkelijke detaillering. Dat kunnen we bereiken met bijvoorbeeld de materiaalkeuze. Alleen op de hoeken verkleinen we de dakkapellen. In de pilotprojecten onderzoeken we de concrete mogelijkheden.

Behalve deze, en talloze vele andere uitwerkingen, kijken we na de aanwijzing van de RCE opnieuw naar de financiering van het project. Zo gaan we begin april met het NRF aan tafel om concrete afspraken te maken. Daarnaast is en blijft de communicatie voor mij een belangrijk aandachtspunt, zowel richting bewoners als onze stakeholders. In april gaan we bijvoorbeeld breed communiceren over de rijksmonumentale status die Vreewijk heeft gekregen. Daarom zal ik in mijn volgende blog ingaan op de bewonersparticipatie, zoals die onder andere in straatsessies en planteams vorm heeft gekregen.
Zie ook: www.vreewijkverder.nl.


Vreewijk krijgt monumentenstatus

Een groot aantal woningen in het Rotterdamse Tuindorp Vreewijk wordt nog dit jaar aangewezen tot rijksmonument. Een nieuwe waardering voor deze bijzondere wijk, die eerder al de status van beschermd stadsgezicht kreeg. Die monumentale woningen worden onder mijn regie door Stichting Havensteder gerestaureerd. Andere beeldbepalende woningen worden gerenoveerd. Bij elkaar gaat het om ruim 1.300 woningen.

Vreewijk was één van de eerste Nederlandse tuindorpen. H.P. Berlage en Granpré Moliere tekenden in 1914 het stedenbouwkundig plan, op initiatief van twee bankiers, een notaris en architect L.J.C.J. van Ravesteyn. Geïnspireerd door de Britse stedenbouwkundige E. Howard wilden zij een leefbare omgeving creëren voor de Rotterdamse arbeiders. De woningen werden ontworpen door Granpré Molière, J.H. de Roos en W.F. Overeijnder. Vanaf 1919 tot in de Tweede Wereldoorlog werden 7.000 huizen, omringd door veel groen, opgeleverd.   

Nu, honderd jaar later, heeft de wijk nog altijd zijn charme behouden. Veel van de woningen echter, voldoen niet meer aan de eisen van deze tijd. Begin deze eeuw ontwikkelde de voorganger van Havensteder, Com·wonen, daarom plannen om een deel van de huizen te slopen. Heftig verzet van de bewoners hiertegen leidde, na bemiddeling door de gemeente, tot een ‘verbeteraanpak’, die uitgaat van ‘behoud tenzij’.  

Drie pilots

In principe wordt elke woning opgeknapt, tenzij dit uit financieel of bouwtechnisch oogpunt niet mogelijk is. Deze aanpak, ‘behoud tenzij’, testen wij op dit moment uit op drie pilots. Samen 150 woningen. Aan het Reigerpad en de Weimansweg worden de woningen gerenoveerd, die aan de Kortedreef krijgen een zodanige onderhoudsbeurt dat zij weer voor een jaar of vijftien meekunnen. We werken hierbij heel nauw samen met de huurdersvereniging Vreewijk en de Bewoners Organisatie Vreewijk (BOV).    

Bij de gehele verbeteraanpak is er een kwaliteitsteam betrokken: supervisor cultuurhistorie en architectuur Joris Molenaar en supervisor buitenruimte Anneke Nauta. Zij hebben een beeldkwaliteitsplan opgesteld, waar ook de bewoners intensief bij zijn betrokken. Bijvoorbeeld door hen hun buurt te laten fotograferen en te laten waarderen, wat is goed, wat is niet goed. Dit beeldkwaliteitsplan vormt straks het toetsingskader voor de Valkeniersbuurt, één van de drie buurten van het verbeterprogramma. 

Van definitie naar ontwerp

De fase waarin we nu zijn, noem je doorgaans de definitiefase. Deze ronden we af met het beeldkwaliteitsplan en een concreet programma van eisen voor de pilotprojecten. We starten met de ontwerpfase  om te komen tot een uitwerking op blok- en woningniveau.  De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) rondt binnenkort voor 271 woningen de aanwijzing tot rijksmonument af. Mooi als etiket en tegelijkertijd belangrijk voor de financiering via het Nationaal Restauratiefonds. 

Boeiend spanningsveld

Een afvaardiging van de bewoners uit de pilotprojecten maakt deel uit van de planteams. Zij delen met ons de wensen over de aanpak van de woningen. Dat tezamen brengt een heel boeiend spanningsveld in het project. Hoe stem je alle belangen, wensen en mogelijkheden zo goed mogelijk op elkaar af? Hoe behoud je de voorgenomen integrale aanpak? Hoe blijf je verzekerd van de instemming van gemeente en RCE? Hoe blijft het financieel verantwoord? En hoe bereiken we dat tenminste 70 procent van de bewoners instemt met de voorgenomen aanpak? Want dan kunnen we, na de zomer van 2014, daadwerkelijk starten. Ik vind dat een prachtige opgave. Die combinatie van bouwkundige verbeteringen - interessant voor mij vanuit mijn opleiding tot bouwtechnisch bedrijfskundige -, met de sociale en economische ontwikkelingen die recht doen aan Vreewijk. Dát te waarborgen, dat is mijn rol als regisseur.


Bewonersparticipatie

In mijn vorige blog keek ik vooruit naar de evaluatie van bewonersparticipatie. Die evaluatie, die inmiddels gedaan is, leerde ons veel. Voor de deelnemers aan dit zogenoemde planteam, waarin vijf tot 10 bewoners, de huurdersvereniging, de architect, de aannemer en uiteraard wijzelf zaten, is het een lang en intensief proces gebleken. Mede veroorzaakt omdat het verbeterproject niet alleen op de eigen straat werd betrokken, maar dat keuzes die hier werden gemaakt ook bepalend zijn voor de gehele aanpak van Vreewijk. Wat veel goeds heeft opgeleverd, daar ga ik straks op in, maar ook het inzicht dat we meer moeten afbakenen. Belangrijk leerpunt is dat we duidelijk(er) de verwachtingen moeten uitspreken. Waarover kan wel en niet worden meebeslist? Tweede leerpunt is dat we de vaak lange vergaderingen efficiënter en effectiever moeten maken. Daaraan kan meer gebruik van digitale communicatie wellicht bijdragen. Bijvoorbeeld over de kleurstelling van externe bouwdelen. Dat kan ook ter meningsvorming via internet worden voorgelegd.

Maar gelukkig veel goeds dus, want alle betrokkenen zijn tevreden over het eindresultaat. Het overleg gaf goed inzicht in wat er bij de bewoners speelde en zorgde voor een complete ketensamenwerking. Alle facetten van de renovatie zijn in dat intensieve overleg de revue gepasseerd. Van de dakkapellen ende huurverhoging tot en met de plaatsing van de radiatoren in de woningen.
Een heet hangijzer is natuurlijk altijd die huurverhoging, wat vaak tot verzet tegen renovatie leidt. Ook al is die huurverhoging direct gekoppeld aan comfort. Mede dankzij het intensieve overleg hebben we daarvoor een goed beleid kunnen ontwikkelen. Tegenover een huurverhoging staat een duurzamere woning, met minder energie- en stookkosten. Hebben de woningen gemiddeld nu nog een label G, na de renovatie streven we naar label A, en minimaal B. Dat kunnen we bereiken met behulp van isolatie van de vloeren, de wanden en het dak, de vervanging van de ramen met HR++ glas, met vraaggestuurde ventilatie en met het plaatsen van HR ketels.
Wat we nog gaan onderzoeken is of duurzame concepten, die al toegepast worden in de nieuwbouw, ook vertaald kunnen worden naar renovatie – en dan specifiek de woningen in Vreewijk.
Voor de berekening van de noodzakelijke huurverhoging hebben we na onderzoek besloten de methodiek van de huurcommissie te volgen. De huurcommissie geeft aan om
welke verbeteringen het gaat en welke afschrijvingstermijn hierbij hoort. Ook is duidelijk in
kaart gebracht voor welke verbeteringen een huurverhoging mag worden berekend.

Nu dit alles bekend is en ook tot overeenstemming heeft geleid, kunnen we daadwerkelijk met het eerste deel van de renovatie, twee straten, van start gaan. Daartoe worden nu 25 wisselwoningen in gereedheid gebracht, waar de bewoners van de betreffende huizen naar ik verwacht zo’n half jaar zullen verblijven. Overigens keren niet alle bewoners terug. Een deel van de woningen komt vrij en wordt door ons in de vrije sector aangeboden. Een nieuwe doelgroep voor Vreewijk, en dat sluit aan bij ons streven Vreewijk geleidelijk aan meer te differentiëren.

In mijn volgende blog ga ik in op de volgende te nemen stap, hoe verder met de renovatie? Kan het op deze manier voor de gehele wijk worden uitgerold, of moeten we het kader financieel toch aanscherpen? Havensteder heeft altijd gesteld: renovatie, tenzij. Technisch blijkt het mogelijk, nu moet blijken of het ook financieel mogelijk blijft. Welke rijksbijdragen bijvoorbeeld blijven nog bestaan? Daarover en over meer, starten we nieuw overleg met de RCE.

Wordt vervolgd

Zoeken

Thema's